Intro LO:
Eigenlijk is het een vreemd FD artikel hieronder want niets over: (1) structurele demografische ontwikkelingen, en (2) arbeidsmigranten. Veel Nederlanders zien (3) ambtenaren trouwens als niet-essentieel. Ook daarover niets.
Ook (4) winstdoelstellingen in het bedrijfsleven beperken het aantal “onzinbanen”. De Overheid kent slechts begrotingen en budgetten. Hoogstwaarschijnlijk kent de Overheid (dus) veel meer “onzin”-banen.
De invoering van een basis inkomen voor alle Nederlanders zou het aantal “onzinbanen” bij de Overheid zeer sterk verminderen. Hierdoor kunnen bestaande arbeidstekorten verminderen; ook bij essentiële banen.
Tenslotte suggereert het FD artikel dat (alleen) de Overheid bepaalt wat essentiële banen zijn, en dat andere banen (dus) “onzinbanen” zijn. Ook werkgevers bepalen – naast de Overheid – wat essentiële banen zijn.
Mijn laatste opmerking is voor de FD-directie: weg met deze onzin opinies.
FD: Niemand durft te zeggen: weg met de onzinbanen
Door: Elfanie toe Laer
Datum: 11 februari 2025
“Toen corona om zich heen sloeg, trok de overheid met één persbericht een scheidslijn op de arbeidsmarkt: wie een cruciaal beroep had, hoefde niet thuis te blijven. Vijf jaar later zijn uitgerekend in die beroepsgroepen de tekorten het grootst. Gericht beleid blijft uit: ‘Er wordt bijna nooit gezegd dat een beroep níet essentieel is.’
In het kort
- Cruciale sectoren kampen met tekorten en die lopen verder op. Dat tast op termijn onze levenskwaliteit en verdienvermogen aan.
- Een vise en gericht beleid vanuit de overheid om dit probleem aan te pakken, zijn er niet.
- Deskundigen zeggen dat het probleem verweesd raakt, omdat iedereen naar een ander wijst.
Het is frustrerend: de instroom van studenten bij de opleiding voor verzorgende IG (individuele gezondheidszorg) is in vijf jaar met 41% gedaald. De mbo 3-opleiding leidt op tot thuiszorg- of ouderenzorgmedewerker. Dat werk lijkt plotseling veel minder populair.
Bianca Buurman, voorzitter van de beroepsvereniging V&VN, zucht. Die daling is geen goed teken. Zij voelt de druk van het stijgend aantal openstaande vacatures. Eind 2023 was het tekort in de zorg 44.000, tot 2034 loopt dit cijfer op naar 266.000. Niet alleen vergrijst de beroepsgroep, door diezelfde vergrijzing komen er ook veel patiënten bij.
Er is geen beleid
De zorg is het meest prangende voorbeeld, maar ook de techniek (zo’n 60.000 vacatures), de bouw (26.000) en het onderwijs (12.000) worstelen met personeelstekorten. De gevolgen zien we al: kortere lesweken, langere wachtlijsten, vertraagde bouwprojecten en onbevoegden die gehandicapten of ouderen verzorgen.
Natuurlijk gebeurt er van alles om de gaten te dichten. Het UWV wil werkzoekenden begeleiden naar zogeheten krapteberoepen. Taskforces, campagnes en zijinstroomtrajecten trekken hard aan de potentiële verpleegkundige, monteur of leerkracht. Maar overheidsbeleid om cruciale beroepen als groep populairder te maken, dat is er niet.
In januari riep de VO-raad de landelijke politiek op tot actie. Op een enkele pilot na, is er ‘nog geen gericht beleid op hoe we in Nederland de komende jaren omgaan met een situatie van (toenemend) lerarentekort’, schreef voorzitter Henk Hagoort van de vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs aan de Tweede Kamer. De sector merkt dat vernieuwing lastig is door te voeren als de roosters niet eens gevuld kunnen worden. ‘Het is een spagaat’, zegt woordvoerder Sjoerd Smits. ‘Je bent altijd bezig met brandjes blussen én proberen om je organisatie verder te ontwikkelen.’
Sturen op krimp
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is kritisch over het gebrek aan overkoepelend beleid. In aanloop naar de laatste Tweede Kamerverkiezingen in november 2023, namen onderzoekers de verkiezingsprogramma’s onder de loep. Conclusie: ‘(…) in veel verkiezingsprogramma’s is weinig oog voor noodzakelijke keuzes en de gevolgen voor mens en samenleving. Terwijl die keuzes de kwaliteit van de samenleving bepalen en het dagelijks leven van ons allemaal beïnvloeden.’ Alleen Volt had concrete plannen om de tekorten in cruciale sectoren aan te pakken.
Behalve de magere politieke daadkracht, viel het SCP nog iets op: ‘Er wordt bijna nooit gezegd dat een beroep níet essentieel is’, aldus onderzoeker Anne Roeters. ‘Terwijl er beleid nodig is dat over de balans tussen alle sectoren gaat. Als je daarbij actief stuurt op krimp van sectoren met het stempel “niet-essentieel”, dan schiet het op. Maar dat zie ik niet zo snel gebeuren.’
Concrete doelen
Hoe politiek gevoelig het ook ligt, toch is ondernemer en auteur Josje Damsma hier groot pleitbezorger van. In haar boek Niet elk werk is even belangrijk – Laten we van al die flitsbezorgers zonnepanelenmonteurs maken, roept zij op om te erkennen dat sommige beroepen nu eenmaal belangrijker zijn dan andere. Dan kunnen mensen beter worden gestimuleerd om te kiezen voor sectoren waarin zij nodig zijn.
Damsma, behalve auteur ook oprichter van CrossOver, een projectbureau voor de technische sector, noemt het ‘bizar’ dat in politiek Den Haag zo weinig aandacht voor essentiële beroepen is. ‘Tijdens covid was precies duidelijk wat belangrijk werk was en wat niet, maar daarna is er niets gebeurd.’
En dat terwijl er volgens Damsma zo veel mogelijk is. Als er maar concrete doelen zijn. Het opleiden van een x-aantal technici bijvoorbeeld. ‘Zonder concreet doel kun je er niemand op afrekenen als het niet concreet wordt.’
‘Niemands probleem’
Dat de overheid bijspringt, is ook belangrijk omdat de verandering niet vanuit de sectoren zelf zal komen. Dat concludeert Damsma na talloze gesprekken met werkgevers. ‘Grote bouwbedrijven hebben genoeg opdrachten. Hr-managers zeiden: dat tekort is niet ons probleem. Als de overheid wil dat er meer gebouwd wordt, is dat hun probleem.’ Gemeenteambtenaren betoogden tegen Damsma het tegenovergestelde: ‘”Dat tekort is het probleem van de werkgevers”, zeiden die. Zo wordt het probleem verweesd – iedereen wijst voor de oplossing naar de ander.’
‘Werkgevers gedragen zich als consumenten van arbeid’, beaamt hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen. ‘Je zou denken dat zij inclusiever worden door het personeelsgebrek, maar dat is totaal niet aan de hand. Mensen met een beperking of ziekte hebben geen baat bij de krapte; dat hele dossier staat stil. Dat zie je over de hele linie.’
Net als het SCP en Damsma vindt Wilthagen dat hier een taak ligt voor de overheid. ‘Het stoort mij dat het beleid de hele tijd gaat over contractvormen, zzp of niet, en nooit over de inhoud. Terwijl: onze toekomst hangt hiervan af. Je moet hier iets mee.’
Salarisschalen kloppen niet
Als er doelen zijn gesteld, zijn de oplossingen niet ingewikkeld, stelt Damsma, die zich jarenlang verdiepte in het populairder maken van de technieksector: ‘De overheid kan opleidingen aantrekkelijker maken, kan arbeidsmigratie gerichter sturen en zorgen dat al in het basisonderwijs aandacht is voor krapteberoepen.’
Een andere belangrijke knop is de beloning. Damsma: ‘Mensen die het belangrijke werk doen, krijgen vaak het minst betaald. Monteurs verdienen minder dan hr-medewerkers en alle luxe zaken, vitaliteitscursussen en trainingen, komen bij het kantoorpersoneel terecht.’
Wilthagen ziet die dynamiek niet snel veranderen, hoe nodig het ook volgens hem zou zijn: ‘Veel salarisschalen kloppen niet, maar wie op de hogere tredes zit, wil dat natuurlijk niet veranderen.’
Krapte en innoveren
En hoewel sommige oplossingen simpel lijken, is het optuigen van arbeidsmarktbeleid rond essentieel werk volgens Wilthagen allesbehalve makkelijk.
‘Jongeren laten zich niet dwingen om voor een opleiding te kiezen vanwege het maatschappelijke nut’, stelt hij. ‘En daarnaast: hoe blijft Nederland geld verdienen? Op zorg en onderwijs kan geen economie draaien. Dus je hebt sectoren nodig met grote toegevoegde waarde. We hebben wat pareltjes, maar niet veel.’
Het is volgens Wilthagen belangrijk om, zoals hij dat noemt, ‘de kaars aan twee kanten aan te steken’: ‘Als de overheid -terecht- inzet op krapte, ontslaat ons dat niet van plicht om te innoveren. Misschien moeten we het collegegeld voor sommige studies afschaffen én moeten we creatiever gaan werken, werven en belonen. Het is allemaal nodig.’
Lastig samenwerken
V&VN-voorzitter Bianca Buurman ziet daarbij nog wel een beer op de weg: hiervoor moeten ministeries samenwerken. En tijdens Haagse overleggen merkt zij dat dat lastig is. Want het ministerie van Volksgezondheid gaat over de zorg, Onderwijs over de instroom, en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat over de arbeidsvoorwaarden. ‘Ik wil dat nationaal wordt nagedacht en dat met één stem wordt uitgesproken: dit zijn essentiële beroepen en daar gaan wij op sturen.’
‘Ministeries moeten meer met elkaar overleggen, anders ontstaat een waterbedeffect’, zegt ook Roeters van het SCP. ‘Als onderwijs en zorg naast elkaar arbeidsmarktbeleid gaan voeren, trek je mogelijk aan dezelfde mensen. In tijden van schaarste is het dus zinnig om als overheid één visie te hebben en daar het beleid op te stoelen. Dat is nu nodig want dit heeft impact op de levenskwaliteit van ons allemaal. En op het verdienvermogen van Nederland.’ “
Bron:
- Financieel Dagblad, 11 februari 2025: Niemand durft te zeggen: weg met de onzinbanen
0 Comments