Introductie LO:
Hieronder wordt een vergelijking gemaakt tussen (i) het aantal eenpersoonshuishoudens en (ii) het (beweerde) huizentekort. De analyse is simpel: het probleem ligt bij de eenpersoonshuishoudens (o.a. bijstandsmoeders, gescheiden ouders, weduwnaars, weduwen). Die groep moet zich kennelijk aanpassen.
De stijging van het aantal eenpersoonshuishoudens is echter geen specifiek Nederlands fenomeen. Over nagenoeg de gehele wereld speelt dit verschijnsel (bron); zie ook mijn blog uit 2020: Waarom stijgt het aantal eenpersoonshuishoudens? Deze stijging leidt tot een extra vraag naar huizen.
In mijn blog uit 2021, Woningnood versus vakantiewoningen, keek ik naar het aanbod in plaats van de vraag naar huizen. In een democratisch land ga je mensen niet dwingen tot samenwonen als de oplossing aan de aanbodzijde veel eenvoudiger is: sta permanente bewoning toe.
Gezien de demografische ontwikkelingen (o.a. achterblijvers door sterfte, echtscheidingen, hogere ouderdom) zal de vraag door eenpersoonshuishoudens de komende decennia alleen maar verder toenemen. Het zoeken naar een oplossing aan de vraagzijde is dweilen met de kraan open.
De schrijver realiseert zich dat ook gezien zijn gebruik van het woord ‘moeten‘ (o.a. gratis relatiebemiddeling, toeslagen voor samenwonen, inwonende kinderen c.q. ouders). De “woningnood” is belangrijker dan privacy en/of vrijheid. Echter, geen woord over de toename van het aantal statushouders.
In mijn recente blog, Zal de hoge inflatie het stijgende aantal eenpersoonshuishoudens afremmen?, had ik geen link gelegd met het (beweerde) tekort van 1 miljoen huizen. Dat getal kan ik namelijk niet verifiëren en is mijns inziens vooral politieke “beeldspraak”. Volgens het CBS zijn er ruim 30.000 daklozen.
Zijn mensen die van baan willen veranderen werkloos? Nee. Hetzelfde geldt voor huizen: mensen die willen verhuizen zijn niet dakloos. Het zoeken naar een ander huis staat (dus) niet gelijk aan een huizentekort.
Het is frappant uit welke ideologische hoek deze intolerantie vandaan komt.
Volkskrant: Kent Nederland een huizentekort of een singlesoverschot?
Door: Peter de Waard
Datum: 5 oktober 2022
“Het is een van de vele paradoxen in de moderne samenleving. Vier van de tien Nederlanders voelen zich in toenemende mate eenzaam, maar ze gaan wel massaal alleen wonen. Eigenlijk zou de woningcrisis moeten worden gerelativeerd tot een psychologisch probleem van een volk dat de luxe van een lat-relatie als ultieme gelukzaligheid ziet.
Er moeten vanwege dit probleem een miljoen huizen in Nederland worden bijgebouwd om aan de woningnood een einde te maken. Dat betekent dat de groene zones met woonwijken moeten worden volgeplempt ten koste van de schaarse natuur of landbouwgrond. Hoe duurzaam die huizen ook mogen zijn, het blijft een aanslag op het milieu. Alleen wonen kost hoe dan ook meer energie.
En het kost een adembenemende hoop geld. Raam de bouwkosten op 200 duizend euro per woning, dan is dat 200 miljard euro. Het huizentekort wordt niet in de eerste plaats veroorzaakt door immigratie. Het is de consequentie van een demografische individualiseringsgolf. Nederlanders gaan of blijven massaal alleen wonen. Volgens de laatste cijfers wonen 3.172.564 alleen in een huis. Dat zijn er bijna een miljoen meer dan in 2000. Zie daar de 1 miljoen benodigde woningen.
In juni vorig jaar werd de 8 miljoenste woning in Nederland opgeleverd. Dat zijn er 5 miljoen meer dan in 1962, toen bij de oplevering van de 3 miljoenste woning werd geroepen dat de woningnood voorbij was. In 1962 had Nederland 11,7 miljoen inwoners. Nu zijn dat er 17,5 miljoen. Het aantal inwoners is met 50 procent gestegen, het aantal woningen met 166 procent. Blijkbaar is huizen bouwen dweilen met de kraan open.
Het echte probleem is de gezinsverdunning. In 1962 woonde gemiddeld drieënhalve persoon in een huis. Nu zijn dat er twee. Het aantal zal verder dalen. Burgers koesteren meer dan ooit het recht op privacy, terwijl ze om sociale contacten zitten te schreeuwen. Zo wonen veel ouderen in grote legenestwoningen. Ze hebben kamers waar ze weken niet komen en die alleen worden gebruikt voor de zeldzame keren dat kinderen of kleinkinderen van veraf komen logeren.
Eigenlijk zou een deel van de 200 miljard die nodig is om nog een miljoen woningen uit de grond te stampen beter kunnen worden besteed aan zaken die meer effect opleveren bij het oplossen van de woningnood, zoals fiscale voordelen of toeslagen voor samenwonen, huwelijk en geregistreerd partnerschap. Relatiebemiddeling zou gratis moeten worden.
Het moet financieel aantrekkelijker worden gemaakt voor ouders om bij hun kinderen in te trekken als die daar de ruimte voor hebben. En andersom. Dat twintigers en dertigers zo lang bij hun ouders blijven wonen, moet sociaal gezien niet als een probleem worden gezien, maar als een voordeel.
Er is dus niet zozeer sprake van een woningtekort, maar veeleer van een overschot aan alleenstaanden. Misschien moet worden gesproken van singlesoverschot in plaats van woningtekort. Als meer mensen gaan samenwonen, zijn er minder woningen en is minder energie nodig en wordt er ook minder stikstof uitgestoten. Drie vliegen in één klap.”
Bron:
https://www.volkskrant.nl/economie/kent-nederland-een-huizentekort-of-een-singlesoverschot~b56fb15d/
0 Comments