Sinds vele jaren omarm ik het economisch liberalisme, met name de sociale markteconomie. De vrije markteconomie heeft helaas de neiging om monopolies en oligopolies te creëren. Op zich logisch want winstmaximalisatie is nog vaak het uitgangspunt van ondernemingen. Tegenwoordig is er een stroming van persoonlijk liberalisme: het individu bepaalt en de overheid faciliteert.
Het persoonlijk liberalisme van D’66 en VVD staat haaks op de uitgangspunten van confessionele partijen, zoals CDA, CU en SGP. Dit verklaart deels de langdurige formatiebesprekingen. Daar waar het economisch liberalisme partijen verbindt, splijt het persoonlijk liberalisme.
Het omarmen van de dood in plaats van het leven, creëert bovendien principiële tegenstellingen. Het omarmen van de dood blijkt uit liberale wetsvoorstellen als abortusgrens, embryokweek, en voltooid leven. Deze 3 liberale voorstellen kiezen tegen het leven en voor de dood.
Liberalen vinden dat religie een persoonlijke keuze is, die anderen niet opgedrongen moet worden. Het persoonlijk liberalisme doet echter weinig anders, bijv. inzake verplichte orgaandonatie. Waar zit de persoonlijke vrijheid in de Wet op de Orgaandonatie? Die zit uiteindelijk enkel en alleen in een NEE registratie want anders bepaalt de overheid jouw JA.
Het meerouderschap is nog zo’n liberaal lifestyle voorstel. Als drie (3) of meer ouders een wettelijke mogelijkheid wordt, dan zal elke toekomstige variant mogelijk worden, inclusief mens en robot. Er zijn nu al mensen die beweren verliefd te zijn op hun robot. De keuzevrijheid bij een huwelijk tussen mens en robot is de volgende stap. De liefde tussen mens en AI robots is al uitgangspunt voor enkele intrigerende films: Her (2013, IMDb) en Ex Machina (2014, IMDb).
De toenemende wettelijke regelgeving ten aanzien van allerlei vormen van persoonlijke lifestyle keuzes baart mij zorgen. De nadruk op uitzonderingen creëert steeds meer frictie met de gemene deler. Het gaat nu vooral om (de persoonlijke keuzes en vrijheden van) het individu en niet zozeer (de persoonlijke keuzes en vrijheden van) de samenleving.
De bemoeizucht van de liberalen met de samenleving doet mij denken aan de bemoeizucht van socialisten met de economie. Het eindresultaat is daarmee – waarschijnlijk – voorspelbaar. Een samenleving is echter niet gelijk aan het totaal van de individuen. Er dient ook nog te worden samen geleefd. Het concept van individu en samen(leving) botst daarom vaak.
Mogelijk is de liberale politieke keuze voor persoonlijke lifestyle keuzes c.q. vrijheden een electorale niche – en dus politieke marketing. Mogelijk hebben liberale politici een (te) grote afstand tot de samenleving. Mogelijk vertegenwoordigen liberale volksvertegenwoordigers vooral bepaalde specifieke segmenten in de samenleving.
Het kiezen voor de belangen van individuen is het kiezen tegen de belangen van de samenleving. Mogelijk verklaart dit de toenemende polarisatie in Westerse samenlevingen. Een minder positieve uitleg is dat liberale politici gewoon niet weten waar een samenleving voor staat. Deze taak lag voorheen namelijk altijd bij confessionele en socialistische partijen.
0 Comments